Het Bijzondere Verhaal van Erik de Egel


Dit verhaal gaat over Erik de Egel. Erik was een speciaal diertje. De meeste dieren in het bos vonden hem echter een rare snuiter, omdat Erik de neiging had om uren lang bij een snelweg te gaan kijken naar de voorbij schietende auto’s. Erik hield zich niet bezig met het verzamelen van eten of het zoeken van een geschikt wijfje, maar hij gebruikte zijn meeste tijd met het kijken naar auto’s. Zoals het ook met mensen gaat, raakten de meeste dieren hieraan gewend en wisten zij niet beter dat Erik bij de snelweg te vinden was.

Op een donkere, regenachtige dag vertrok Erik weer uit het bos om naar het stuk asfalt te gaan. De havik zag dit vanuit zijn huis en besloot om Erik deze dag te volgen, om zo zelf eens te zien wat zo speciaal aan de snelweg was. Na enkele minuten bij de snelweg gezeten te hebben, maakte Erik alweer aanstalten om te gaan. Tot de verbazing van de Havik vertrok Erik niet richting het bos, maar naar de overzijde van de weg! Onbewust slalomde Erik tussen de auto’s door en de een na de andere auto zoefde voor hem voorbij. De Havik kon het niet aanzien! Er kwam een grote vrachtwagen aan en Erik had niets in de gaten. Zonder pardon reed de vrachtwagen over Erik heen en de Havik gaf een kik van schrik.

Geschrokken en vol verdriet vloog de Havik weg, maar er bewoog iets kleins in zijn ooghoek. Het was Erik! Als een bal in elkaar gerold lag hij in het midden van de baan. Bewegen deed hij nog niet, totdat er een klein hoofdje uit het bolletje stekels kwam. Erik schudde een keer met zijn hoofd en zette daarna zijn tocht geconcentreerd voort.

Toen hij eenmaal aan de overzijde was aangekomen, vloog de Havik snel naar hem toe. “Erik, Erik! Wat ben je toch allemaal aan het doen!?” En het was díe dag dat Erik sinds lange tijd weer met een ander dier uit het bos sprak. Ondanks de regen, bleven zij aan de overzijde van de weg een lange tijd zitten. De Havik vroeg aan Erik wat hij nou zo bijzonder vond aan de auto’s. “Waarom zit je hier elke dag? Vertel het mij wat jij zo interessant vindt aan de auto’s…” Erik was een moment stil, totdat hij met zijn krakende stem zei dat het niet de auto’s waren die hem zo interesseerde. Het is juist de ruimte tussen de auto’s, die hem elke dag naar deze drukke weg laten komen. De auto’s doen er niet toe, maar het is de vrijheid die te vinden is tussen twee auto’s in. Erik vertelde dat je het kunt zien als jouw eigen gedachten. Die volgen elkaar razendsnel op in jouw hoofd, net als de auto’s op deze weg. Maar de werkelijke stilte vind je tussen de gedachten in. Het is de ruimte tussen de auto’s die je laat inzien waar het leven om draait, niet de hectiek van alle auto’s die voorbij flitsen. Hoe mooi of hoe lelijk de modellen ook zijn. Wij moeten ons als dieren dus ook concentreren op deze ruimte en minder aandacht besteden aan de gedachten of auto’s die wij opmerken.

Nadat hij dit gezegd had, maakte Erik zich weer op om terug naar de overzijde te lopen. “Stop!” Riep de Havik. “Ik zal je helpen.” Erik glimlachte en begreep wat de Havik bedoelde. Hij rolde zich op als een bal, en alleen zijn pootjes staken er nog onderuit. De Havik pakte de pootjes met zijn klauwen en bracht Erik veilig en wel terug naar de ingang van het bos. De wijsheid verspreidde zich snel en vanaf die dag werd er anders tegen Erik aangekeken. Niet langer als een rare snuiter, maar als de Egel die hun ogen werkelijk had geopend.

15 september 2010

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *